Veelgestelde vragen

Lees hier de veelgestelde vragen aan het Dyslexie Advies Team. Staat jouw vraag er niet tussen? Raadpleeg dan de overige pagina’s van de digitale bibliotheek of neem contact op met de Poortwachter.

Kan een leerling in aanmerking komen onder een combinatie van protocol 2.0 en protocol 3.0?

Ja dat is nog mogelijk tot de hoofdmeting van juni ’22. Vanaf de hoofdmeting januari/februari ’23 is dit niet meer mogelijk. Voor meer informatie zie het overzicht op: https://www.nkd.nl/app/uploads/2021/09/2021Brief-implementatie-PDDB-3.0-poortwachters.pdf.

Mogen alleen CITO-toetsen afgenomen worden om in aanmerking te komen voor een dyslexieonderzoek?

Nee. Om in aanmerking te komen voor dyslexieonderzoek moet in ieder geval de DMT worden afgenomen. Daarnaast mogen andere toetsen afgenomen worden om een discrepantie tussen het woordlezen (DMT) en andere vakken aan te tonen. Bijvoorbeeld de IEP-toetsen.

Moet ik bij de aanvraag alleen de handelingsplannen van lezen opsturen?

De plannen van zowel lezen als spelling mogen opgestuurd worden. Er wordt echter geen afwijzing gegeven als de handelingsplannen op spelling ontbreken. Als de handelingsplannen van lezen ontbreken dan zullen deze opgevraagd worden om de beoordeling af te kunnen ronden. Let op: de dyslexieonderzoeker heeft echter wel de handelingsplannen op spelling nodig t.b.v. het diagnostisch onderzoek en ter informatie bij het opstellen van een behandelplan.

Komt een leerling in aanmerking voor dyslexieonderzoek met 3x een V-score?

Nee, een leerling komt niet in aanmerking als het een V-score heeft. Een V-score betreft de 20% zwakst scorende leerlingen. Om in aanmerking te komen voor dyslexieonderzoek moet een leerling bij de zwakste 10% zitten. Dit komt overeen met een V- (V min) of E-score. Als het LVS-overzicht wordt aangeleverd met de cijfers I-V dan wordt vaak niet duidelijk of er sprake is van een ernstige achterstand. Het is daarom handiger om de LVS-scores in letters (van A-E) aan te leveren.

Een leerling heeft de laatste drie DMT-scores een E-score behaald. Komt het nu in aanmerking?

De leerling komt alleen in aanmerking als de  DMT’s  tijdens hoofdmetingen zijn afgenomen. Dit is in januari/februari of juni. Tussenmetingen tellen niet mee.

Met welke leeftijd kan een leerling in aanmerking komen voor vergoed dyslexieonderzoek?

Een leerling kan in aanmerking komen voor dyslexieonderzoek als het de leeftijd heeft van 7-13 jaar. U kunt een kind aanmelden op zijn vroegst vanaf M4. Mocht een leerling de kleutergroepen versneld doorlopen hebben let dan goed op de leeftijd van het kind.

Als een leerling over de gehele linie zwakke scores behaalt, moet er dan eerst een intelligentieonderzoek worden afgenomen om in aanmerking te komen voor dyslexieonderzoek?

Nee, dit hoeft niet. Er wordt gekeken naar de discrepantie tussen andere vakken en lezen om de waarschijnlijkheid van dyslexie aan te kunnen tonen. Echter kunnen lage scores over de gehele linie ook voorkomen doordat het lezen de andere vakken moeilijker maakt. Daarnaast kun je ook met een lagere intelligentie dyslexie hebben. De dyslexieonderzoeker zal beoordelen of deze leerling in aanmerking komt voor dyslexie.

Aan welke eisen moet een handelingsplan voldoen?

Kijk hiervoor op deze pagina van de website van Dyslexie Centraal.

Uit deze infographic: ondersteuningsniveau 3, specifieke interventie:

Het handelingsplan beslaat 2 periodes van 10-12 weken. Kijk op deze pagina van de website van Dyslexie Centraal voor meer informatie. Hier staat een set handige documenten en tools om de ondersteuning op niveau 3 vorm te geven. Zoals: Effectief aan de slag op ON3. Een format voor het handelingsplan is hier ook te vinden.

Wat moet er ingevuld worden bij de toestemmingsverklaring van ouders? 

Ouders vullen de zorgaanbieder naar keuze in en daaronder is het belangrijk dat ouders aankruisen naar wie het dossier wordt opgestuurd. Indien dit niet ingevuld wordt, kan het dossier niet opgestuurd worden. Om het proces zo snel mogelijk te laten verlopen is het goed om ouders daar als school op te wijzen. 

Hoe moet worden omgegaan met doublures? Of met leerlingen die versnellen?

Zie richtlijn Omgaan met doublures bij de screening voor toegang tot specialistische dyslexiezorg 2.0. Deze is hier te vinden op Dyslexie Centraal. Een vaardigheidsscore op basis van de afname van de ene toets mag bij doublure worden beoordeeld tegen de normtabel van een toetsmoment een jaar later. Dat mag, omdat alle LVS-spellingtoetsen dezelfde onderliggende spellingvaardigheid meten. Dezelfde redenering geldt voor een leerling die een klas overslaat.

Hoe ga je om met hoogbegaafde leerlingen en het vermoeden van dyslexie?

Zie Protocol 3.0 paragraaf 2.4.3, toelichting betreffende intelligentiemeting: Het meten van de intelligentie is voor het stellen van een diagnose dyslexie niet noodzakelijk, maar kan een informatieve bijdrage leveren aan het beeld van beschermende en belemmerende factoren en daarmee ook aanknopingspunten voor behandeling (Blomert, 2005; Karipidis & Hong, 2020). Bij kinderen die in bredere zin achterblijvende schoolprestaties vertonen, is een intelligentiebepaling (meestal) noodzakelijk alvorens een diagnose te stellen. Voor de volledigheid is het goed te vermelden dat het accuraat en vloeiend lezen op woordniveau los staat van de (hoog)begaafdheid van de leerling (Van Viersen, 2017). Er dient daarom bij hoogbegaafde leerlingen niet afgeweken te worden van de geprotocolleerde criteria voor classificatie.

Daarnaast is een van de kenmerken van dyslexie, dat een leerling moeite heeft met het decoderen van woorden. Deze woorddecodeervaardigheid staat los van de begaafdheid van de leerling. Mocht er sprake zijn van hoogbegaafdheid en men heeft twijfels over de aanmelding voor vergoede zorg, dan kan contact opgenomen worden met de poortwachter.

Hoe om te gaan met comorbiditeit?

In geval van comorbiditeit wordt het dossier niet meer uitgesloten van financiering op basis van de jeugdwet, sinds het protocol 3.0 is ingegaan.

Comorbiditeit wordt gezien als een continuüm waarop problematiek van verschillende aard in meer of mindere mate kan samen gaan, van enkelvoudigheid tot grote complexiteit. De uitvoerbaarheid van de behandeling wordt daarbij voorop gesteld.

Wanneer er uit onderzoek blijkt dat de problematiek te complex is om – in het klinisch oordeel van de gedragswetenschapper- een gespecialiseerde dyslexiebehandeling adequaat te kunnen uitvoeren, dan volgt er geen indicatie voor gespecialiseerde dyslexiebehandeling vanuit dyslexiezorg krachtens de Jeugdwet.

In het nieuwe protocol staat het kind centraal. Dat wil zeggen dat er nadrukkelijk een individueel zorgplan wordt opgesteld, waarin naast de behandeling van lees- en spellingproblemen (in een centrale rol), ook aandacht is voor mogelijke bijkomende klachten, belemmeringen en beschermende factoren en de problematiek zoveel als mogelijk vanuit één regie, één plan wordt aangepakt.

Voor de verschillende scenario’s voor diagnosestelling en behandelindicatie die kunnen gelden in geval van comorbiditeit zie PDDB 3.0 blz. 25-28.